Kennisbank

Stel: het is een warme julidag. De zon brandt op het dak, het asfalt van de parkeerplaats trilt. Binnen draait de koeling overuren; buiten zoeken medewerkers schaduw onder een rookhok. Vergroenen betekent dan niet 'een paar bloemetjes zetten', maar je terrein functioneel herontwerpen met groen, zodat hitte weglekt, regenwater kan zakken, en de omgeving prettiger wordt voor iedereen die er werkt of langskomt. Bomen, hagen, gevelgroen, groendaken en wadi's zijn geen decor, maar bedrijfsmiddelen: ze verlagen risico's en kosten.

Je hebt al een hek: veilig, functioneel, maar ook hard. Met hagen of klimplanten verandert dezelfde lijn in een koele, stof-filterende, geluidbrekende rand. Je verliest geen zicht of veiligheid, je voegt comfort toe. De groene erfafscheiding werkt als windrem, vangt fijnstof van verkeer en maakt looproutes aangenamer.

Een gewone gevel is vaak alleen de 'buitenkant'. Maar met gevelgroen wordt het een werkende laag: schaduw in de zomer, bescherming tegen slagregen, demping van temperatuurpieken. Dat kan simpel met bijvoorbeeld klimplanten met kabels. Of ambitieuzer, met modulaire systemen met substraat en irrigatie.

Je kent de plekken: na een bui blijft water staan bij de laaddeur, voor het magazijn of tussen de parkeerplaatsen. Waterdoorlatende bestrating (waterpasserende klinkers, open voegsystemen, gras-/grindplaten) laat regenwater de bodem in zakken. Geen plassen, minder gladheid en minder druk op het riool.